Oeganda en de wet van Museveni
Oeganda: de parel van Afrika. Met zijn prachtige wildparken, indrukwekkende natuur en vriendelijke mensen. Maar ook met zijn corruptie, armoede, slechte gezondheidszorg en… homostandpunt. Het kan in Nederland niemand zijn ontgaan dat de Oegandese president Museveni de omstreden anti-homo wet heeft getekend.
In Oeganda is dat ook nieuws. Een paar dagen. Oegandezen zijn dol op discussiëren, dus de dagen voor de ondertekening is het een belangrijk onderwerp op straat: gaat hij tekenen of niet? Na de ondertekening is het nog een dag nieuws in de kranten en dan heeft niemand het er meer over. Een gek idee, dat het in Nederland zoveel stof doet opwaaien en ik – wonend en werkend in Oeganda – er eigenlijk alleen iets van mee krijgt via het Nederlandse nieuws, mijn familie en vrienden in Nederland en er over praat met mijn Mzungu-vrienden en collega’s hier.
Laten we voorop stellen: de discussie die momenteel in Nederland wordt gevoerd is heel terecht. Ik vind het heel erg dat deze wet is getekend en het voelt buitengewoon ongemakkelijk dat dit gebeurt in het land waar ik met zo veel plezier woon. Ik denk dat het goed is dat er op bestuurlijk niveau even pas op de plaats gemaakt wordt in de contacten met Oeganda. Want we moeten wel degelijk duidelijk maken dat deze wet veel te ver gaat. Ik hoop alleen dat het niet te veel invloed heeft op de ontwikkelingssamenwerking met de Oegandezen en alle mooie projecten die hier zijn. Want de enige manier om de Oegandezen op een andere manier te laten kijken naar mensen die anders zijn dan zij, is zorgen dat ze onderwijs en gezondheidszorg krijgen. En daardoor ruimte om zich andere meningen te vormen.
Ik merk dat ik er moeite mee heb dat Oeganda zo negatief in het nieuws komt. Er is hier onder de meeste Oegandezen nog veel onwetendheid en ik denk oprecht – ondanks dat wij hier dus in het westen heel anders over denken – dat het overgrote gedeelte van Oeganda inderdaad deze wet ondersteunt en aanmoedigt. Simpelweg omdat de meeste mensen niet beter weten. Heel gek is dat niet, de ontwikkeling is hier gewoon minder ver. Als ik van mijn oma hoor hoe er 50 jaar geleden in Nederland over homoseksualiteit werd gedacht, was dat niet veel anders. En vergis u niet: in de omliggende landen is het niet veel beter. Ook daar wordt homoseksualiteit niet begrepen, laat staan geaccepteerd. Er is alleen niet toevallig net een wet ondertekend.
Hier krijg ik regelmatig de vraag waarom alle homo’s rijk zijn. In eerste instantie begreep ik de vraag niet, tot me duidelijk werd dat de mensen die in Oeganda openlijk homo zijn veelal – goedbedoeld – financieel worden ondersteund door ‘het westen’. Van het geld dat ze krijgen kunnen ze zich dingen veroorloven waar de meeste Oegandezen alleen van kunnen dromen. Afgunst speelt dan ook een grote rol. Daarnaast is het overgrote deel van de Oegandese bevolking behoorlijk christelijk. En daardoor zeer ontvankelijk voor de (vooral Amerikaanse) dominees die hier verkondigen dat homo-zijn niet natuurlijk is en genezen kan worden als je maar genoeg bidt. Over de onsmakelijke verhalen die daarbij worden verteld hoef ik waarschijnlijk niets uit te leggen, die heeft u in Nederland vast meegekregen. Bovendien brengen de dominees geld mee om ‘ontwikkelingswerk’ te kunnen doen. Zelf noemen ze het onbeschaamd, ‘Churchplanten’ en dat is precies het juiste woord: zieltjes winnen door geld mee te brengen.
Ik begeef mij dagelijks door Kampala op een boda boda (een brommer die dient als openbaar vervoer) om boodschappen te doen, met vrienden af te spreken, naar Luganda-les te gaan. Vooral ’s avonds bel ik dan mijn ‘vaste’ boda-driver. Een wat oudere, vriendelijke man, waarvan ik weet dat hij me veilig door het drukke verkeer rijdt. Hij komt me altijd ophalen; waar ik ook ben in de stad. We praten tijdens deze ritjes over de meest uiteenlopende zaken. Over zijn vier dochters van wie er twee naar een goede school gaan (en waar hij dus flink wat schoolgeld voor moet verdienen), maar ook over politieke zaken (Oekraïne en de verhouding tussen de VS en Rusland zijn hem niet ontgaan, hij is erg geïnteresseerd in het wereldnieuws), over hoe groot het HIV-probleem nog is in Oeganda, dat hij het schandalig vindt dat veel mannen op het Oegandese platteland nog steeds meerdere vrouwen hebben, kortom geen onderwerp blijft onbespreekbaar en zijn meningen zijn goed doordacht en genuanceerd.
Natuurlijk komt ook de homowet ter sprake. Zijn mening is helder: ‘Museveni is right to sign that bill’. Ik vertel hoe ik er over denk, en het wordt meteen duidelijk: over dit onderwerp worden we het niet eens. Hij vindt het allemaal maar raar. Van de kerk mag het niet en bovendien, waarom zou iemand homo willen zijn? Volgens hem is homo zijn een keuze (in het westen zijn immers veel meer mensen homo dan in Oeganda, dus het is gewoon een raar idee dat wij (blanken) naar zijn land hebben gebracht). Het ergste is: als man en man of vrouw en vrouw kan je geen kinderen krijgen. En dat is immers waar het in het leven om draait? Dat is zielig en daar moet je mensen voor behoeden! Harde woorden, van een ontzettend lieve man. Ze maken me wel aan het schrikken. Het is duidelijk: met zijn achtergrond, cultuur en opvoeding is het voor hem niet te begrijpen. Ik denk dat daar nog wel een paar generaties over heen gaan. Voor hem en voor de rest van de Oegandezen. Maar dat maakt van al die aardige mensen hier echt niet ineens slechte mensen!