Oeganda

Uganda

Er zijn weinig Afrikaanse landen zo groen. Alles staat vol: of met aangelegd groen (suiker, cassave, thee enz.) of met struiken, bomen en regenwoud. De Oegandezen zijn trots op al dat groen; trots dat het veel regent in hun land, want dat zorgt er voor dat de oogst groeit en dat er (meestal) geen honger is. Dat de voeding vrij eenzijdig is en meer vult dan gezond is, is niet relevant: een gevulde maag is belangrijk in een continent waar veel landen wel honger kennen.

Druk

In Kampala – de hoofdstad, waar een miljoen mensen wonen – valt vooral de drukte op. De hele stad is één grote file. Overal is het stoffig, ligt het afval op straat in grote hopen of wordt het verbrand in smeulende, stinkende vuurtjes. Die hopen afval zijn trouwens de ‘officiële’ afvalplekken. Met enige regelmaat wordt het vuil er in grote vrachtwagens geschept. Handig voor hergebruik, want het geeft de inwoners van Oeganda de kans om alles wat ze nog kunnen gebruiken er weer uit te vissen en dat doen ze dan ook! Voeg bij dit alles de dieselauto’s zonder roetfilter en je hebt de geur van stad te pakken: het stinkt er.

Mobieltjes

Zo’n zes miljoen van de drieëndertig miljoen Oegandezen wonen in een min of meer stedelijk gebied (een miljoen in Kampala, 100.000 in Jinja en de rest in overige kleinere steden en dorpjes). Daar is stroom en er staan gebouwtjes. Daar zijn altijd mensen op straat te vinden, zijn winkeltjes, branden vuurtjes en is eten te koop. En er zijn mobiele telefoons. De gemiddelde Oegandees in deze stedelijke gebieden heeft er een stuk of drie. Naar een nummer van dezelfde provider bel je goedkoop en dus is het handig dat je al je vrienden kan bellen op dezelfde provider als die zij hebben. Dat betekent dat je altijd een aantal nummers moet hebben. Airtime (beltegoed) is op elke straathoek te koop. Voor 500 shilling (ongeveer 20 eurocent) ben je mobiel bereikbaar. Niet lang, maar toch!

The village

In the village (op het platteland) leven de mensen in hutten van koeienpoep en riet. Het ruikt er heerlijk, want de smog van Kampala is hier ver te zoeken. Er branden ook wel vuurtjes om afval te verbranden, maar dat afval is natuurlijk en stinkt veel minder. De hutten zijn verrassend schoon en heerlijk koel. En nee, daar stinkt het helemaal niet. Er is geen stroom en voor water moet je toch zeker elke dag drie kwartier lopen (en met dat water drie kwartier terug) als er geen waterput in de buurt is. Het klinkt mooi, maar medische hulp is er nauwelijks en hoewel er – als het niet een periode heel droog is – voedsel genoeg is, is dat zó eenzijdig dat er veel kinderen lijden aan ondervoeding.
En er zijn veel, heel veel kinderen. De meeste mannen hebben meerdere vrouwen en bij allemaal kinderen, veel kinderen. Veel kinderen (en/of moeders) overlijden bij de bevalling door een gebrek aan medische zorg, kinderen sterven aan malaria of tbc. Of ze hebben HIV of polio. Dat geeft een andere kijk op de eerste idyllische blik op the village…

Democratie

Oeganda is het land van Museveni. De Westerse wereld heeft president Museveni (aan de macht sinds 1986) in de eerste jaren van zijn beleid omarmd: Oeganda zou een van de eerste echte democratische regeringen zijn van Afrika. Met veel buitenlands geld slaagde Museveni er in het land economisch te laten groeien. Helaas profiteert maar een klein gedeelte van de bevolking ervan, hoewel de economische groei – zeker in vergelijking met de Westerse wereld op dit moment – groot is. Officieel kent Oeganda een meerpartijensysteem, in de praktijk is Museveni alleenheerser en heeft de oppositie niets in te brengen; met harde hand en inzet van het leger wordt elke serieuze poging tot verzet de kop ingedrukt. Hij is er wel in geslaagd het land een stuk veiliger te maken.
Vooral onder het – relatief kleine – deel van de jongeren dat goed opgeleid is begint het verzet te groeien. Museveni is in 2016 ‘herkozen’ voor een periode van vijf jaar, maar het is de vraag of hem dat in 2021 nog een keer lukt.

Toerisme

Oeganda is ook een land van apen – niet alleen gorilla’s en chimpansees, maar ook bavianen en heel veel andere soorten -, prachtige wildparken (een stuk minder toeristisch dan bijvoorbeeld Kenia, maar wel puur natuur en met aardig wat wild), prachtige regenwouden, watervallen, heuvels, bergen, meren, een enorme verscheidenheid aan vogels en… een wandelsafari naar de neushoorns!
Voor de toerist valt er nog veel te ontdekken, zeker als de Oegandezen er in slagen een beetje toeristvriendelijker te worden (en dat betekent niet dat de toerist het overal voor het zeggen moet krijgen). Want Oeganda is ook het land van de koude douches, schuimplastic matrassen, ontbijtjes met iets wat op toast lijkt en altijd iets met ei, soms koffie, soms niet, kapotte lampen en toiletten en personeel dat het woord horecapersoneel dat het woord klantvriendelijk nog niet overal heeft uitgevonden. Terwijl de Oegandezen van nature buitengewoon vriendelijk zijn!